Hoi Lieve,
Als je in Gent aan de hogeschool studeert zou ik eens langs gaan in Destelbergen, dat is dan toch vlakbij!
http://users.skynet.be/vsig/ (Docudienst) <- daar kun je behoorlijk veel informatie vinden over dyscalculie. Heb je specifieke vragen, dan helpen ze je daar graag.
Verder citeer ik hier enkele bronnen die een verband leggen tussen dyscalculie en dyslexie:
Oppenheim (1886) en Brandenburg (1987) hebben de aandacht gevestigd op de incongruentie tussen 'blindheid' voor woorden en cijfers.
Volgens Kleist (1934?? datum heb ik zelf opgezocht!) staat de getallen-blindheid op één lijn met de woordblindheid. Bij 122 alexie-patiënten vindt hij 71 maal een agnosie (onvermogen tot herkenning bij intact waarnemingsapparaat) voor cijfers. Hij constateerd dat vooral het herkennen van vormen gestoord is, in tegenstelling tot het rekenen en het getalsbegrip.
In Nederland reserveert men de term dyscalculie veelal voor 'specifieke' rekenstoornissen, met name voor stoornissen in het automatiseren (Ruijssenaars, 2004), dit naar analogie met de definitie van dyslexie (gezondheidsraad, 1995).
De prevalentie van gecombineerde reken- en leesstoornissen varieert van 17% tot iets minder dan 50% (Badian, 1983).
De prevalentie van gecombineerde reken- en spellingstoornissen zou op ongeveer 50% liggen (Ostad, 1998).
Er zijn 4 verschijningsvormen van dyscalculie:
1) semantische geheugendyscalculie (lange termijngeheugen)
2) procedurele dyscalculie (korte termijngeheugen)
3) visiospatiële dyscalculie
4) getalkennisdyscalculie
Semantische geheugen dyscalculie
Jongeren met semantische geheugendyscalculie vertonen volgende kenmerken: Ze zijn traag in het rekenen (tijdconsumerende fouten), waarbij eenvoudige sommen (vb. optellen en aftrekken tot twintig en de tafels van vermenigvuldiging) niet geautomatiseerd zijn. Indien de antwoorden uit het geheugen worden gehaald (wanneer ze niet berekend worden) worden er veel substantiële fouten gemaakt. Verder zien we dat de tijd die nodig is om een correct antwoord uit het geheugen te vinden zeer wisselend is. Uit onderzoek blijkt dat dit geheugenprobleem zowel met het werkgeheugen als met het lange termijngeheugen te maken heeft. Het blijkt dat het terugvinden van rekenfeiten uit het lange termijngeheugen, zoals de uitkomst van een bepaalde optelling of vermenigvuldiging, een beroep doet op dezelfde geheugensystemen als het decoderen van woorden en het leesbegrip. Het is dus niet verwonderlijk dat dyscalculie van het verbaalgeheugen type veel voorkomt bij kinderen met dyslexie. De oorzaak van dit type van dyscalculie lijkt te liggen in de linker hemisfeer (net als dyslexie) vooral in de posterieure en prefrontale regionen. Mogelijk is er ook een verband met het functioneren van de subcorticale basale ganglia.
Groetjes,
Sébastien