Dit artikel vond ik op het internet: helaas is de link ernaartoe niet meer goed en kan ik het ook niet meer elders vinden.
De invloed van dyscalculie bij het aanleren van het muzikale notenschrift (fragment)
Steeds meer onderzoeken naar leerstoornissen wijzen op de rol van automatiseringsproblemen in het leren van willekeurige afspraken. Zoals bij lezen de automatisering van de koppeling tussen tekens en klanken en bij rekenen het snel kunnen omgaan met de betekenis van symbolen. De afspraak dat een + optellen betekent, dat hebben we met elkaar afgesproken, geleerd, onthouden en nu weten we niet beter: het is geautomatiseerd. Geautomatiseerd betekent: snel en zonder dat het proces verstoord kan worden uit het lange termijn geheugen opdiepen. Ook als we even niet opletten of zenuwachtig zijn weten we nog steeds dat een + optellen betekent. We hoeven er niet meer echt bij na te denken, waardoor we onze aandacht kunnen besteden aan andere zaken, zoals bij lezen en rekenen het begrijpen en het inzicht. Bij uitleg over automatisering wordt altijd de vergelijking gemaakt met autorijden. In het begin heeft iemand er alle aandacht bij nodig. Wanneer na oefening het proces is geautomatiseerd kan iemand bij het autorijden zijn aandacht besteden aan tal van andere zaken. Bij kinderen (en volwassenen) met dyslexie of dyscalculie voltrekt dit proces van automatisering zich veel langzamer of bijna niet. Bij hen gaat de uitvoering van de basisvaardigheden veel langzamer en het kost ook veel meer energie. Verlengde tijd of vermindering van opgaven is voor hen dus geen luxe, maar een eerlijk antwoord op de handicap.
(...)
Zou dit probleem zich dan ook voordoen bij kinderen met dyscalculie bij het aanleren van het notenschrift, vroegen Jaarsma en Ruijssenaars zich af. Want bij het aanleren van het notenschrift komen er ook onwillekeurige afspraken van rekenkundige principes om de hoek kijken en is er sprake van een verborgen rekensysteem. Dus niet alleen afspraken over de naam van de noten (probleem voor leerlingen met dyslexie), maar ook afspraken over lengte van noten (maten en tellen). Bijvoorbeeld:
- hoeveel tellen passen in een maat?
- hoeveel tellen passen er nog in een maat als deze al half gevuld is?
- hoe is de verhouding tussen notenwaarden en een maatsoort?
Om deze onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden werd een speciaal individueel leerprogramma >notenwaarden= ontwikkeld dat de negen kinderen van de onderzoeksgroep gedurende vijf bijeenkomsten van drie kwartier (één bijeenkomst per week) werd aangeboden. Daarbij werden hun oplossingsprocessen geobserveerd, werd de tijd geregistreerd die nodig was om een opdracht te maken en werd een analyse gemaakt van de fouten die ze maakten.
Het klopte
De veronderstelling, dat kinderen met dyscalculie vanwege hun automatiseringsproblemen meer moeite hadden met het aanleren van de rekenprincipes in de muzieknotatie, klopte. Het bleek dat ze (net als bij dyslexie) wel leerwinst boekten bij het aanleren van het notenschrift, dus wel vooruit gingen, maar minder snel dan de kinderen zonder dyscalculie. Gevonden werd dat kinderen met dyscalculie:
- meer tijd nodig hadden
- tweemaal zoveel fouten maakten
- eenvoudiger oplossingsstrategieën toepasten dan de kinderen zonder dyscalculie, wanneer ze zelf korte muziekstukjes moesten samenstellen
Waardoor je kunt opmerken dat kinderen met dyscalculie, evenals de kinderen met dyslexie, meer tijd en oefening, maar mogelijk ook een andere aanpak nodig hebben voor het aanleren van het muzieksysteem dan we doorgaans in het muziekonderwijs aanbieden.
(Uit: "De invloed van dyscalculie bij het aanleren van het muzikale notenschrift". Het complete artikel kunt u vinden in Balans Belang 75, pp. 17-19)